Stap 1: Maak je huis op orde
Voordat je vertrekt, is het belangrijk dat jouw gemeente intern de boel op orde heeft. Is er een EU-team dat Europese ontwikkelingen vertaalt naar de lokale praktijk? Worden signalen uit Brussel structureel opgepakt en gedeeld met collega's die daar in hun werk iets aan hebben? Een goed EU-team zorgt dat iedereen begrijpt waarom iets uit Brussel relevant is, van beleidsadviseur tot directeur.
Let op: het is aan jou om de brug te slaan. Binnen de EU wordt vaak gewerkt met technische termen en complex jargon. Die spreken zelden tot de verbeelding van je collega's, die bovendien weinig tijd hebben om Europese ontwikkelingen te volgen. Het is dus aan jou om Europese thema's te vertalen naar concrete gevolgen én kansen voor jouw gemeente.
Stap 2: Creëer mandaat voor je inzet
Een tweede voorwaarde voordat je dat treinkaartje boekt: zorg voor draagvlak en mandaat. Je Europese lobby is pas effectief als deze goed aansluit op de lokale en nationale belangen. Dat vraagt niet alleen inhoudelijke afstemming, maar ook bestuurlijke steun.
Het helpt als er in jouw gemeente bestuurders zijn die het belang van Europese samenwerking zien. Maar je hebt meer nodig: directeuren, het gemeentelijk managementteam (GMT) en zeker de gemeentesecretaris. Zij kunnen ervoor zorgen dat er tijd en ruimte komt om met Europa aan de slag te gaan.
Met een helder mandaat kun je makkelijker laten zien waarom jouw Europese werk belangrijk is, zowel binnen als buiten de gemeente.
Stap 3: Werk samen, afhankelijk van grootte
De manier waarop je die Europese aanwezigheid organiseert, verschilt voor grote en kleine gemeenten.
Grote gemeenten hebben vaak meer mensen, tijd en middelen. In deze situatie is het de moeite waard om een vaste vertegenwoordiger in Brussel te hebben: iemand met voelsprieten, die signalen oppikt en kansen op tijd herkent.
Werk je voor een kleinere gemeente? Dan moet je het waarschijnlijk doen met minder capaciteit. In dat geval is samenwerking de sleutel: sluit je aan bij een koepelorganisatie, een regionaal netwerk of een provinciale alliantie. Zo bundel je de krachten, zonder dat iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.
Klaar om de Eurostar te boeken
Een sterke Europese inzet vraagt dus om meer dan alleen een goede lobby in Brussel. Het begint bij interne organisatiekracht, bestuurlijk draagvlak en slimme samenwerking. Want als jij je huis op orde hebt, weet je in Brussel precies wat je komt halen, én met welk verhaal je weer teruggaat.




















































