EU-beleid is een belangrijk onderwerp van discussie in Nederland. Samen met 26 andere EU-lidstaten probeert de Nederlandse overheid haar belangen te laten gelden in de totstandkoming van wet- en regelgeving in Europa. Een onderdeel van die totstandkoming is de zogenaamde beleidsvormende fase, waarin de Europese Commissie onderwerpen die op de agenda staan uitwerkt tot beleidsvoorstellen.
De Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken gaf European Impact de opdracht om onderzoek te doen naar de wetenschappelijke literatuur die beschikbaar is over beïnvloeding in de beleidsvormingsfase bij de Europese Commissie. Drs. Marije Cornelissen en Dr. Vasilis Karakasis waren verantwoordelijk voor het uitvoeren van een literatuuronderzoek naar deze stap in het EU-beleidsproces.
Hun onderzoek is nu, samen met een viertal andere studies over het EU-beleidsproces, gepubliceerd op de website van het IOB. In hun rapport benoemen Cornelissen en Karakasis de verschillende elementen die invloed kunnen hebben op beleidsvorming. Ze concluderen dat het vroegtijdig inzetten van een breed scala van beleidsmakers en andere actoren, zowel op nationaal als EU-niveau, een effectieve manier kan zijn om beleidsformulering te beïnvloeden. Ook benoemen zij samenwerking tussen regering en oppositie, voor een eenduidig standpunt, samenwerking met andere lidstaten, voldoende menskracht en een strategische keuze van consultatie-instrumenten als belangrijke inzichten.
Het rapport, met de formele titel ‘Deelstudie - Literatuurstudie fase Beleidsvorming’ is hier te downloaden. Op de website van het IOB zijn ook de overige deelstudies uit dit onderzoek te vinden.